Logo Utrecht University

Docentencommunity T@UU

Blogs

Boekbespreking van The Children Act – Ian McEwan

Fiona Maye is een 59-jarige rechter bij de Hoge Raad, haar terrein is familierecht. Veel van de zaken waarover ze recht moet spreken betreffen echtscheidingen. Vaak zijn het rijke gezinnen die uit elkaar vallen, waarvan beide partijen de kinderen opeisen. Je krijgt de indruk dat het lopende band werk is, typisch een product van deze tijd.

Één geval springt er echter uit, namelijk dat van een zoon in een gezin van Jehova’s getuigen. De jongen, Adam, lijdt aan een zeldzame vorm van kanker. Hij ligt in het ziekenhuis, kan nog behandeld worden, maar moet daarvoor bloedtransfusies ondergaan. Jehova’s getuigen weigeren bloedtransfusies en de ouders willen dan ook geen behandeling voor hun zoon. Hij wil dat zelf ook niet, maar hij is pas 17, en is volgens de wet niet bekwaam of bevoegd daar zelf over te besluiten. Omdat de ouders behandeling weigeren spant het ziekenhuis een rechtszaak aan, en eist dat de jongen, in zijn eigen belang en tegen zijn wil, toch wordt behandeld.

The Children Act drthe children act2aait om de zaak van Adam (terwijl op de achtergrond het huwelijk van Fiona bezig is te desintegreren). Er is weinig tijd, want met elke dag nemen de overlevingskansen van Adam af. Vlak voor haar uitspraak bezoekt Fiona Adam in het ziekenhuis. Een ontroerende scene ontvouwt zich; Adam blijkt een gevoelige, intelligente jongen te zijn, die volop bezig is met de toekomst (hij leert zichzelf viool spelen). Toch is hij vastbesloten als een martelaar te sterven voor het geloof, waarin hij een rotsvast vertrouwen heeft. Komt dit omdat zijn ouders en ook de Jehova’s gemeenschap hem daarin gevangen houden, of omdat hij dit zelf wil? Wat is dan de meest rationele keuze? ‘It was not her business or mission to save him, but to decide what was reasonable and lawful’. Maar wat is reasonable of lawful?

Ik zal de uitkomst van die overweging niet verklappen, wel zal ik onthullen dat de uitspraak van Fiona verstrekkende gevolgen heeft. Zowel voor de jongen, zijn ouders, als ook (en eigenlijk vooral) voor Fiona zelf. Haar poging Adam ‘recht te doen’ – wat betekent dat ze op rationele en ‘onpartijdige’ wijze over deze zaak beslist – komt als een boemerang terug. Daarmee is The Children Act in de eerste plaats een oefening in zedelijkheid (over het realistische gehalte van de juridische kant van de zaak kun je van mening verschillen).

Waarom bespreek ik The Children Act op deze plek, waar het in de eerste plaats om onderwijsgerelateerde zaken zou moeten gaan?

In de eerste plaats omdat een ‘casus’ zoals deze uitstekend laat zien dat morele, filosofische en psychologische dimensies onlosmakelijk met elkaar verweven zijn, en dat iedere poging om je daaraan te onttrekken gedoemd is te falen. Een nuttige les voor wie zich met ethiek bezig houdt!

In de tweede plaats omdat het een oefening in zelfreflectie is. De vraag dringt zich onontkoombaar op wat jij (lees: de lezer, een student, ikzelf) zou doen in een voorkomend geval. In een tijd waarin wij – wetenschappers – ons steeds vaker moeten verantwoorden kunnen dergelijke casussen uitstekend helpen je positie te bepalen.


Bos, J.C. (Jaap)
29 October 2015

If you want to comment, please login on the left side of the page with your UU account..