Blogs
Resultaten van een LA-pilot: wat kunnen docenten met informatie over studentgebruik van cursusmaterialen?
Veel docenten aan de Universiteit Utrecht (UU) maken gebruik van een vorm van de flipped classroom: ze bieden studenten lees- of videomateriaal ter voorbereiding op de door de docent begeleide lessen op de campus. Kan inzicht in het gebruik van deze materialen docenten helpen om studenten te ondersteunen?
Onlangs werd ons Learning Analytics (LA)-team benaderd door twee docenten met het volgende verzoek: “Kan team LA ons helpen om inzicht te krijgen in hoe vaak studenten de cursusmaterialen raadplegen, bijvoorbeeld via een dashboard?” Hun doel was om studenten met een mogelijke achterstand in de cursus beter te kunnen ondersteunen en, door na te gaan welke materialen werden geraadpleegd, die informatie te gebruiken om de inhoud van de werkgroepen af te stemmen. De leerkrachten verwachtten dat ze op basis van die informatie ook extra aanbevelingen konden doen voor aanvullende materialen.
Zoals voor alle LA-initiatieven aan de UU hebben we ook voor dit project het LA-stappenplan gevolgd. Tijdens dat proces specificeerden we het exacte eindresultaat dat de docenten voor ogen hadden en zorgden we ervoor dat alle relevante belanghebbenden erbij betrokken werden. Omdat de docenten om informatie op individueel studentniveau vroegen, hebben we extra aandacht besteed aan de mening van studenten en hebben we een uitgebreide privacybeoordeling uitgevoerd.
Zodra we groen licht kregen van alle belanghebbenden, konden we beginnen met de technische realisatie van het dashboard. Onderstaande figuur toont het dashboard dat door de docenten werd gebruikt. Het dashboard geeft een overzicht of studenten de cursusomgeving hebben bezocht (per week), en welke cursusmaterialen door welke studenten zijn bekeken (ook per week).

Een belangrijke stap in het LA stappenplan is om te evalueren of het beoogde doel van het project is bereikt. Zowel docenten als studenten werden geïnterviewd over hoe zij het gebruik van het dashboard tijdens de cursus hadden ervaren. De docenten gaven aan dat ze het dashboard tijdens de cursus elke week raadpleegden. Ze vonden het dashboard over het algemeen gebruiksvriendelijk en waardevol. Ze raadpleegden het dashboard om de activiteiten van studenten bij te houden, wat hielp bij het afstemmen van werkgroepen op basis van de mate van voorbereiding van studenten en ze gebruikten het dashboard ook om studenten te betrekken, herinneringen te geven en belangrijke bronnen te markeren. Voor de docenten was het een openbaring om inzicht te hebben in welke materialen door studenten werden geopend en welke niet. Hoewel er een verwacht voordeel was van het dashboard op individueel en groepsniveau, werd in de praktijk het meeste voordeel ervaren op groepsniveau, waardoor leerkrachten patronen konden afleiden in het raadplegen van materialen door studenten. Op basis van die informatie pasten de leerkrachten de inhoud van de werkgroepen aan, zodat ze zich konden concentreren op die materialen en activiteiten waar de studenten het meeste baat bij hadden.
Studenten waren ook positief over het project en gaven aan dat ze merkten dat docenten de bijlessen aanpasten, en er zijn aanwijzingen dat de motivatie van studenten toenam. Studenten zagen ook het potentieel van het dashboard om het onderwijs te personaliseren, maar uitten hun bezorgdheid over hoe het de dynamiek tussen docenten en studenten zou kunnen beïnvloeden, hoewel er in dit geval geen negatieve effecten werden opgemerkt.
In het algemeen benadrukte het project het potentieel van LA om docenten te ondersteunen en daarmee een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het onderwijs. Omdat de UU verandert van leermanagementsysteem (LMS) – van BlackBoard naar BrightSpace – onderzoeken we momenteel of de LA-pilot zal worden voortgezet met BrightSpace.

If you want to comment, please login on the left side of the page with your UU account..