Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

Nul-docent-onderwijs vs. autoritatief-onderwijs

“Als docenten heel druk zijn met hun onderzoek, hun artikelen, het aanvragen van subsidies, hoe houd je dan genoeg tijd over voor onderwijs?”

Er zijn veel parallellen tussen onderwijs en opvoeding ( bijvoorbeeld in een gezin). Je gaat samen onderweg met jonge(re) mensen. Je hoop bij te dragen aan hun vorming. Je weet dat ze een keer gaan ‘uitvliegen’. En het is je bedoeling dat ze zichzelf dan kunnen redden, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt. Sterker nog: je hoopt ze iets mee te geven waardoor zij zelf ook weer aan de samenleving kunnen bijdragen.

Natuurlijk zijn er ook verschillen. Om iets te noemen: wij betalen voor onze kinderen. En onze studenten betalen voor ons. En waar je in een gezin verondersteld wordt waarden mee te geven, is dat in het onderwijs complexer. Natuurlijk geven wij ook waarden mee, bv dat je niet fraudeert en ethisch juist handelt t.a.v. respondenten. Maar onze politieke waarden mogen we niet ventileren. Wat we stemmen moet geheim blijven. Hier en daar bestaan bijvoorbeeld zorgen dat we ‘te links’ zijn en studenten daarmee beïnvloeden. Dit soort angsten zie je op sommige (lagere) scholen nog sterker. Zo lees je nog steeds soms dat een school een homoseksuele docent wil weren of ontslaan, uit angst dat kinderen dit ‘overnemen’.

Ooit schreef mijn promotor David Ingleby een artikel “Professionals as socializers”. Ook professionals voeden op.  Hij bedoelde daar, geïnspireerd door Foucault mee, dat allerlei instellingen ‘aangepaste burgers’ van ons maken.  Louis Althusser  zag scholen, gezinnen, etc. zelfs als Ideologiese Staatsapparaten, ISA’s, ja, zo spelden we dat toen. In zijn Marxistische optiek werden we thuis, op school en op het werk gedrild en onderworpen.

Deze opvattingen lijken nu overigens meer hopeloos passé dan ze eigenlijk zijn.

Als gedachtenexperiment wil ik hier een andere mogelijke parallel tussen onderwijs en opvoeding uitwerken. Als ideaal in het gezin hebben we tegenwoordig het “autoritatief opvoeden”. Dat betekent dat je enerzijds ruimhartig liefde geeft (dus je bent niet afstandelijk, of kil) en anderzijds dat je wel degelijk grenzen stelt. Het is duidelijk wat wel mag en wat niet mag. Dat geeft een kind ook veiligheid. Tenslotte is communicatie heel belangrijk.  Een goede communicatie tussen ouder en kind, leidt in combinatie met bovenstaande tot een goede ontwikkeling van kinderen.

Dit is interessant. Kunnen we hiervan ook iets leren over goed onderwijs. Is er zoiets als “autoritatief onderwijs” denkbaar, bespreekbaar?  Mij lijkt van wel.

Autoritatief-onderwijs

“Autoritatief opvoeden” wordt gecontrasteerd met twee minder effectieve stijlen, die tot minder gunstige ontwikkelingsuitkomsten leiden, namelijk autoritair opvoeden en laissez faire, laissez passer opvoeden.

Kunnen we dit ook in onderwijs terugzien?

Autoritair opvoeden betekent: de opvoeder is de baas, hij/zij  weet hoe alles zit, houdt je de waarheid voor, en probeert je haar/zijn kant op te dwingen, eventueel met allerlei sancties. De jongere is de ondergeschikte partij. En hij/zij moet gehoorzamen. Hier zit vaak ook een negatieve attitude bij en enige willekeur, of gemakzucht. Opdrachten en tentamens die te gehaast in elkaar zijn gezet. En wanneer het slecht gemaakt is, ligt het aan de studenten.

“Studenten kunnen/weten niets (meer), kunnen niet meer spellen,  zitten alleen op hun telefoon, zijn nergens voor gemotiveerd. En tijdens de colleges staat Facebook, of nu misschien Instagram, altijd open”.

Het kan ook de vorm aannemen van imponeergedrag. Hoe graag wil je in de evaluaties terugzien: “Wat weet hij/zij toch veel!” Hoe hard heb je dat nodig als  docent? Vermijd dat je voortdurend mini colleges geeft in de werkgroepen. Etaleer jezelf niet te veel  –ook al willen studenten dat soms graag.

“Voor mij gaat onderwijs over: tijd, aandacht, aanwezigheid, contact, bezieling, inspiratie, opwinding.”

Nul-docent-onderwijs

Laissez faire, laissez passer opvoeden, bijna het tegenovergestelde,  betekent eigenlijk dat je je te weinig met de kinderen bemoeit. Je bent te weinig betrokken. Je laat ze te veel aan hun lot over.

Ook hier kun je iets van terugzien in het onderwijs. Je hoort wel eens dat onderwijs “docentextensief”  en “studentintensief” moet  zijn.

“De relatie tussen tijd door docenten in onderwijs geïnvesteerd en kwaliteit van onderwijs is niet groot. Dus besteed er niet te veel tijd aan. Voor werkgroepen is het eigenlijk niet meer van belang dat docenten het boek lezen waar ze les uit geven. Zonde van hun tijd.”

Je kunt studenten in groepjes laten praten over een tekst. En je kunt ze de hoofdlijnen op het bord laten schrijven. Je kunt ze de tekst laten becommentariëren. Maar daarna willen ze graag van je weten ‘hoe het nu zit’, wie er gelijk heeft, wat jij er als docent van vindt. Nu zal ik niet zeggen dat er altijd  één goed antwoord is, maar de studenten hebben wel recht op een afgewogen oordeel. Het lezen van een tekst –dus óók door de docent- helpt daarbij. Sommige studenten kunnen het gevoel krijgen dat we ze laten zwemmen.

Ooit schreef ik een essay met de titel “Geen tijd voor zielsgesprek in nul-ouder-gezin”. Als ouders allebei heel druk zijn met hun werk, veel weg zijn, weinig tijd hebben, hoeveel blijft er dan over voor de kinderen?  Ik schreef dit in een periode dat er veel discussie was over de effecten van éénoudergezinnen.

Als docenten heel druk zijn met hun onderzoek, hun artikelen, het aanvragen van subsidies, hoe houd je dan genoeg tijd over voor onderwijs?

Bestaat er een risico op  nul- docent-onderwijs?

Zin van het onderwijs

Vooral de combinatie van laissez faire, laissez passer onderwijs in combinatie met de disciplinering door protocollen, matrijzen, rubrics, scoreformulieren, standaard PowerPoints en misschien zelfs presentielijsten, lijkt me funest. Als de echte ‘presentie’ uit het onderwijs verdwijnt en de inspiratie in een enorme boekhouding,  die studenten en docenten disciplineert,  oplost,  zijn we in een ijzeren kooi beland.

Voor mij gaat onderwijs over: tijd, aandacht, aanwezigheid, contact, bezieling, inspiratie, opwinding. Zoals Casimir zegt: “samen met een enthousiaste en inspirerende leermeester (m/v) de grenzen van onze kennis verkennen.”

Misschien is wat ik hierboven beschrijf iets te zwart wit. Wellicht schuiven wij als docenten een beetje op en neer tussen de drie posities: autoritatief, autoritair, laissez faire, laissez passer.  Dan zouden we hier de psychologische  voice dialogue benadering kunnen gebruiken.  Eigenlijk gaat het dan meer om kanten in onszelf en kunnen we daar een meer zorgvuldige regie over nemen.

Maar dat we doorslaan in een cultuur van protocollen, paperassen, etc. is voor mij duidelijk. Er is een papieren boekhouding ontstaan  los van de feitelijke praktijk. Deze is uit angst geboren is en dient vooral ter legitimering. En er  gaat  een ongunstig effect uit van die windhandel.

Misschien kunnen we hier een keer een debat over organiseren.

Lees jij ook Potter? Bij mij kwam het  beeld  van de  Dueling Club: Severus Snape versus Gilderoy Lockhart .  Misschien zijn dit wel de twee innerlijke docentposities die we moeten vermijden. Snape autoritair.  En Gilderoy Lockhart  laissez faire, laissez passer (en een pleaser natuurlijk).

 


Vincent Duindam
11 juni 2019

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.

Gerelateerd