Community
Peer Observatie Programma voor docenten
Het programma laat je weer ervaren wat we studenten proberen te leren en waarom in gesprek gaan met je ‘peers’ zo waardevol is.
Afgelopen maanden liep het tweede Peerobservatie Programma voor docenten. Tien deelnemers uit zes verschillende faculteiten deden mee, zowel jonge docenten als docenten met meer dan tien jaar ervaring.
Het programma bestaat uit drie bijeenkomsten en twee observatierondes. In de bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan hoe en wat je kan observeren, hoe je feedback kunt geven en ontvangen en hoe je kunt reflecteren op je persoonlijke ontwikkeling als docent. Ook is er ruimte voor het uitwisselen van ervaringen en hoe overtuigingen, drijfveren en kwaliteiten bijdragen aan je ontwikkeling als docent. Hieronder lees je hoe verschillende deelnemers het programma hebben ervaren en wat het hen heeft opgeleverd.
Wil je ook deelnemen aan het programma? In november 2021 start het volgende cohort. Kijk op de Peer Observatie Programma pagina van het Centre for Academic Teaching voor meer informatie en om je aan te melden.
15 juni 2021
Reacties
U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.
Ik heb het peer observatie programma ervaren als een periode waarin ik mezelf weer beter heb leren kennen. Over wie ik zelf ben, maar ook zeker over wie ik als docent ben. De waarde van het peer observatie programma zat voor mij in een drietal aspecten: reflectie, inspiratie en een manier om als docent te ervaren wat we studenten proberen te leren.
Allereerst, wordt je tijdens het programma op een vrij toegankelijke manier aangespoord om verder na te denken over hoe je voor de klas staat, wie je wil zijn als je voor de klas staat en waarom je bepaalde zaken belangrijk vindt als docent. Daarin kwam voor mij toch vaak naar voren dat ik op zoek was naar karakteristieken van docenten die ik als student fijn vond en deze nu op mijn eigen manier probeer toe te passen.
Ten tweede, ben ik geïnspireerd geraakt door lesmethodes en verhalen van anderen. Wat ik mooi vind aan het programma is dat het een universiteitsbreed programma is waarbij verschillende opleidingen en faculteiten samen komen. Je krijgt hierdoor een kijkje in de keuken bij een andere opleiding. Hier wordt toch vaak op een andere manier les gegeven, wat weer ideeën kan geven voor je eigen lessen. Mijn ‘observatiemaatje’ was bijvoorbeeld werkzaam bij het UMC, waar werkcolleges bestaan uit discussiegroepen waarbij studenten de leiding hebben en de docent wat meer op de achtergrond aanwezig is. Dit had ik binnen mijn vakgebied nog niet echt voorbij zien komen, maar hierdoor zie ik wel weer mogelijkheden voor de vakken waar ik volgend jaar bij betrokken zal zijn.
Als laatste en misschien wel belangrijkste, is het ook een goed moment voor ons als docenten om te ervaren hoe het is om peer feedback te geven en ontvangen. Iets dat we onze studenten ook willen meegeven tijdens verschillende vakken. Het programma laat je weer ervaren wat we studenten proberen te leren en waarom in gesprek gaan met je ‘peers’ zo waardevol is. Voor mij maakt dat de cirkel weer rond en de interactie tussen student en docent sterker.
Wat ik mooi vond aan het programma is dat het je op allerlei manieren een frisse blik geeft op je eigen benadering en houding in de collegezaal. Het is een kans om even stil te staan bij dingen die in je onderwijspraktijk vanzelfsprekend zijn geworden. Bij het observeren van mijn maatje dacht ik soms: ‘Zo zou ik dat niet doen… oh, maar zo doe ik het zelf ook!’ Niet alleen het observeren en geobserveerd worden draagt daaraan bij, maar ook de bijeenkomsten waarin je je ervaringen met elkaar bespreekt. We waren met een leuke groep collega’s die op allerlei manieren erg gemengd was, van vakgebied tot ervaring tot didactische overtuigingen. Dat levert een heleboel nieuwe perspectieven op. Karin en Anne reikten daarbij nog allerlei ideeën en instrumenten aan voor reflectie, waardoor je jezelf echt wat beter leerde kennen als docent. En ook al draaide het programma niet om didactische tips, er zijn verschillende kleine werkvormen die ik door het programma heb leren kennen en die ik inmiddels al vaker in mijn eigen onderwijs heb gebruikt, bijvoorbeeld feedback geven door het stellen van vragen. Kortom: verfrissend, inspirerend en ook nog eens heel gezellig.
Voor mij was het peer observatie programma een enorm waardevolle ervaring. Als nieuw en beginnend docent was ik al bezig met mijn BKO toen ik me hiervoor aanmelden. Hoewel er binnen het BKO ook ruimte is voor observaties heeft het POP toch toegevoegd waarde. Waar tijdens het BKO de focus wat meer ligt op de theorie en de praktische toepassing ervan ga je bij het POP veel dieper in op de reflectie. De vraag bij het POP is meer: wie ben jij en hoe heeft dit invloed je onderwijs. Door geobserveerd te worden maar ook zeker door zelf de observant te zijn krijg je de gelegenheid om te zien hoe verschillende persoonlijkheden en kernwaardes invloed hebben op hoe je les geeft. Tijdens de feedbackmomenten geven Karin en Anne je handvaten om in te zien hoe je juist je kernovertuigingen kunt gebruiken om je onderwijs te versterken. Ook is er ruimte om te discussiëren over verschillende onderwijsvormen, de keuzes die we als docent maken en wat we belangrijk vinden in onze eigen onderwijs. Het feit dat deze discussie plaats vindt binnen een groep van zeer diverse docenten zorgt er ook voor dat je verschillende scenario’s van meerdere kanten benaderd. Door het POP heb ik dan ook erg veel geleerd over mezelf en kan ik nu die kennis gebruiken om een betere docent te zijn.
Het peer observatie programma biedt de mogelijkheid om uitgebreid te reflecteren op je functioneren als docent en je belangrijkste beweegredenen voor lesopbouw of werkvormen te identificeren. De feedback tijdens deze cursus overstijgt dan ook het principe “wat kan beter of wat gaat goed”. Bovendien zorgt het gemixte gezelschap van ervaren en beginnend docenten voor nieuwe inzichten én kennis over hoe je rol als docent met de tijd kan veranderen. Karin en Anne zorgen voor diepgang in discussie en geven interessante achtergrondinformatie tijdens de bijeenkomsten.