Blog
Hoe maak ik mijn onderwijs beter? Over de Scholarship of Teaching and Learning
Het is dinsdag, laat in de middag. Samen met zo’n tien andere UU-collega’s maak ik kennis met de ‘scholarship of teaching and learning’: onderzoek naar onderwijs door docenten zelf. Iedereen is gemotiveerd om zijn of haar eigen onderwijs te verbeteren, iedereen zit er vrijwillig, inclusief de twee docenten die de training geven. Al zijn de deelnemers uit heel verschillende disciplines afkomstig – van farmacie tot University College, van antropologie tot diergeneeskunde – de vragen waar we mee komen lijken veel op elkaar. Hoe motiveer ik studenten? Hoe weet ik zeker dat ze iets leren? Welke werkvorm werkt het beste voor mijn vak? Het zijn vragen die iedere docent zich regelmatig stelt maar die we zelden systematisch onderzoeken. Dat gaat deze groep komend jaar nou eens wèl proberen te doen. Ieder van ons gaat een aspect van zijn of haar eigen onderwijs onder de loep nemen en evalueren.
Karel Appels motto ‘Ik rotzooi maar wat an’ gaat ook op voor veel docenten. Van Appels reputatie als kunstenaar die vooral spontaan met verf smeet bleek recentelijk weinig te kloppen: hij maakte voorstudies en componeerde zijn werken zorgvuldig. Ook bij ons, docenten, zit veel meer planning en methode achter ons onderwijs dan we ons vaak realiseren. De scholarship of teaching en learning gaat ons helpen om dat meer te expliciteren, en om te experimenteren. Zelf wil ik graag wat systematischer nadenken over een module die ik sinds enkele jaren geef bij het University College, over onderzoeksmethoden in de geesteswetenschappen. Het is een blok met een heel diverse doelgroep en ik wil graag dat al die studenten iets leren wat ze relevant vinden. Dat is een uitdaging, zoals dat tegenwoordig heet, bijvoorbeeld omdat geesteswetenschappen nauwelijks een traditie in methodenonderwijs kent. Het enige blok met de naam ‘Analysemethoden’ dat ik zelf ooit volgde tijdens mijn studie Nederlands/Literatuurwetenschap ging over empirisch onderzoek en behandelde de basics van de statistiek. Alsof alle andere analytische gereedschappen die geesteswetenschappers gebruiken niets methodisch hebben. Hoe maak ik dat het beste aan studenten duidelijk?
Nu alleen nog even bedenken wat ik precies ga onderzoeken. In feite moet ik niets anders doen dan wat ik mijn scriptiestudenten altijd vraag: welk probleem interesseert je het meest? Met welke methode kun je jouw onderzoeksvraag het best beantwoorden? We beginnen natuurlijk met een literature review: eerst maar eens kijken wat er zoal voor onderzoek op dit terrein is gedaan. Oei, ik ga dus eigenlijk een scriptie schrijven volgend jaar, en wel in een voor mij heel nieuw vakgebied. Mijn innerlijke raad van advies roert zich. – Heb ik hier tijd voor? – Dan maak je maar tijd. – Gaat dit iets opleveren? – Ik heb zin om te beginnen. – Goed, dan zijn we het eens.
27 mei 2016
U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.