Nieuws
Carrièreperspectieven van jonge wetenschappers in zowel onderwijs als onderzoek
Kansen voor jonge wetenschappers is een win-win-win-situatie
Ik kan me nog goed herinneren dat we een bericht binnenkregen over een onvrijwillig vertrek van een docent aan de Universiteit Utrecht. De studenten wilden dat hij bleef, de collega’s wilden dat hij bleef en ook hijzelf wilde niet weg. Maar zelfs een protestmars van studenten haalde niets uit, de docent in kwestie moest vertrekken.
Gelukkig heeft hij een nieuwe baan gevonden, maar voor hoe lang? Zolang junior docenten niet de kans krijgen om te promoveren en daarmee door te groeien naar een duurzame positie binnen de universiteit, worden ze na het maximaal aantal tijdelijke contracten de deur gewezen. Dit personeelsbeleid is contraproductief en demotiverend: docenten moeten noodgedwongen steeds op zoek naar ander werk, opgebouwde kennis verdwijnt, studenten kunnen bepaalde zaken niet meer bij hun docent afronden en het zorgt voor meer werkdruk voor de achterblijvende collega’s. Een loose-loose-loose situatie.
Universiteiten geven aan dat een promotie een voorwaarde is om te kunnen blijven en groeien binnen de universiteit. Nu is de verwevenheid van onderwijs en onderzoek voor de AOb, de Algemene Onderwijsbond, ook een belangrijk speerpunt. Juist door onderzoek is er sprake van wetenschappelijk onderwijs. Maar je zou verwachten dat als je veelbelovende jonge enthousiaste docenten hebt, dat je die graag wilt behouden. De vakbonden leggen dit dan ook al jaren op de cao-tafel: bied junior docenten perspectief op een toekomst bij de universiteit. En jawel, er is een mogelijkheid om als junior docent te werken aan je promotie. Op papier. In werkelijkheid is promoveren iets wat je als junior docent in je eigen tijd zult moeten doen, maar met een veeleisende baan als (beginnend) docent is daar nauwelijks tot geen ruimte voor.
De onzekerheid voor junior docenten zorgt voor een valse start op de arbeidsmarkt, een valse start op de huizenmarkt en kan invloed hebben op persoonlijke keuzes voor bijvoorbeeld gezinsplanning. Helaas is lang niet altijd duidelijk dat de carrièrekansen zo beperkt zijn. Het zou daarom wel zo eerlijk zijn als werkgevers bij binnenkomst duidelijk vertellen wat de baan inhoudt. Niet dat daarmee de carrièrekansen ineens wél worden vergroot, maar dan is het voor junior docenten tenminste geen verrassing als ze aan het eind van het academisch jaar plaats moeten maken voor een nieuwe lichting onervaren docenten. Nodig is natuurlijk dat er goede carrièrekansen zijn en daar gaan we als AOb voor.
Sinds deze maand ligt er een nieuwe cao. Vakbonden hebben voor elkaar gebokst dat er een studie komt naar carrièreperspectieven van jonge wetenschappers in zowel onderwijs als onderzoek. Vakbondswerk bestaat uit het zetten van meerdere stappen om uiteindelijk een belangrijk resultaat te kunnen behalen. De cao-afspraak voor deze studie is weer zo’n stap op weg naar verbetering. Ik verwacht dat deze studie inzichtelijk maakt hoe beperkt de carrièrekansen van onder meer junior docenten zijn. Vanzelfsprekend ga ik namens de AOb straks opnieuw pleiten voor goede carrièrekansen, zodat een uitstekend functionerende junior docent zijn werkplek kan behouden, studenten hun vak bij dezelfde docent kunnen afronden en collega’s gebruik kunnen maken van de opgebouwde kennis en ervaring. Oftewel: een win-win-win-situatie.
Donald Pechler
Cao-onderhandelaar WO&O voor de AOb
12 juni 2020
U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.