Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

Schermpjes in de collegezaal

Dinsdagochtend 10.00 uur: “Laten we beginnen”, zijn mijn openingswoorden voor een college voor Onderwijskunde studenten. Verschillende laptops klappen open. Voor het college begon hebben één of twee slimme studenten de twee beschikbare stopcontacten al geclaimd voor hun laptop. De laptop verdringt het traditionele collegeblok en balpen als standaardgereedschap van de college volgende student.

Is dat een goede zaak? Sommige collega’s storen zich aan het feit dat sommige studenten meer naar hun laptopscherm staren dan dat er naar hen gestaard wordt. Daar heb ik niet zo’n probleem mee. Ik koester de illusie dat ze dan toch wel met een half oor naar mijn verhaal luisteren.

Maar wat doen studenten op die laptops? Ik weet het niet zo goed. Ja, een groep zal inderdaad aantekeningen maken. Soms probeer ik op subtiele wijze in colleges duidelijk te maken dat ik iets belangrijk vind. Ik geef het dan meer nadruk, verhef mijn stem of leg het in verschillende bewoordingen uit. Schrijvende studenten zie je dan het hoofd buigen en een notitie maken. Typende studenten kijken dan naar hun scherm en beroeren hun laptop. Tot zover geen probleem.

Maar is dat het enige dat er gebeurt? En zo niet, is dat erg? En in hoeverre ben ik zelf schuldig aan eventueel ‘misbruik’ van de laptop door de manier waarop ik college geef? Welke dingen die studenten op hun laptop of smartphone doen tijdens een college zijn onschuldig of zelfs leerzaam? En welke dingen zijn minder onschuldig en leiden af?

Recentelijk probeerden Gehlen-Baum en Weinberger (2014) inzicht te krijgen in deze vragen. Zij observeerden 86 studenten tijdens verschillende colleges om te achterhalen op welke manier zij hun laptop of smartphone gebruikten. Zij stelden vast dat het aantal potentieel leerzame handelingen van studenten op hun laptop (bv. aantekeningen maken, sheets raadplegen) meer dan twee keer zo klein was als de minder leerzame handelingen (bv. websites bezoeken, Facebook en Twitter gebruiken).

Wat betekent dit nu voor ons, degenen die college geven aan deze laptop- en smartphone gebruikers? Het onderzoek van Gehlen-Baum en Weinberger laat zien dat er wel iets is dat docenten hieraan kunnen doen. Naarmate de informatie die tijdens het college wordt verteld toeneemt en langer aanhoudt, gaan steeds meer studenten hun laptop gebruiken voor doeleinden die minder leerzaam zijn: e-mail wordt gecheckt, foto’s op Facebook worden geliked, enzovoorts. Een gebalanceerd hoorcollege met een afwisseling tussen spreken en bijvoorbeeld vragen stellen of korte opdrachten geven, biedt dan mogelijk uitkomst.

Laptops en smartphones zijn niet meer weg te denken uit de collegezaal. Waar we nog wel over kunnen denken: hoe gebruiken wie die dan zo nuttig mogelijk?

Dinsdagmiddag, bijna 13.00 uur. “Bedankt voor jullie aandacht.” Een voorzichtig applaus van dichtklappende laptops is mijn beloning.

Jeroen Janssen is docent bij de opleiding Onderwijskunde en geeft daar les in de bachelor-, master- en research master opleiding.

20141002 Jeroen Janssen
Janssen, J.J.H.M. (Jeroen)
2 oktober 2014

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.

Gerelateerd