Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

Een andere visie door intervisie

Afgelopen november op een woensdagmiddag sta ik vol verwachting bij de deur van een leeg klaslokaal. Het is een aantal minuten voordat ik met het eerste werkcollege van ‘Genoom’ ga beginnen, een verplichte cursus voor eerstejaars studenten Biomedische Wetenschappen. Ik heb er enorm veel zin in: na een heel geslaagd blok projectonderwijs in periode 1, is het nu weer tijd voor meer inhoudelijk onderwijs. Ik heb de stof doorgenomen, de ondersteunende powerpoint presentatie staat klaar en kritische vragen zijn bedacht.

Maar wat is nu het antwoord?
De studenten hebben de eerste drie vragen van het werkcollege al gemaakt, dus deze kunnen direct besproken worden. Het antwoord op de eerste vraag die de aangewezen student geeft is ‘bijna goed’, waarop ik mijn ondersteunende presentatie erbij pak. In deze presentatie staan de figuren uit het boek Molecular Biology of the Cell (Alberts et al.) die de studenten –mijns inziens– bestudeerd moeten hebben om de vragen te kunnen beantwoorden. Wanneer ik aan één van mijn studenten vraag deze figuur in eigen woorden uit te leggen, blijft het stil. Ik bedenk dat dat niets uitmaakt… het is tenslotte het eerste werkcollege, en leg zelf vol enthousiasme uit wat er allemaal uit deze figuur te halen valt. Aan het einde van mijn uitleg steekt één van mijn studenten haar vinger op: ‘Mevrouw, het is allemaal best leuk hoor dat u dit uitlegt, maar wat is nu het antwoord?’ Even zakt alle moed me in de schoenen: Moet ik nu echt het antwoord voor ze gaan dicteren? Daar gaat het uiteindelijk toch niet om? Ik sta hier toch voor een groep toekomstige wetenschappers, kritische denkers, niet tegenover robots die uit het hoofd geleerde antwoorden kunnen opsommen? Na het werkcollege blijft dit aan mij knagen. Is het zo raar dat ik meer interesse en diepgang van mijn studenten verwacht dan het reproduceren van antwoorden?

Reality check
Wanneer ik deze situatie op een later moment bespreek met mijn intervisiegroepje (gevormd na een TAUU bijeenkomst over dit onderwerp, bestaande uit drie andere jonge docenten aan de UU), krijg ik duidelijke feedback: weten je studenten wel dat jij dit (het uitleggen van de figuren) van ze verwachtte? Heb je duidelijk gemaakt dat het in eigen woorden uitleggen van een figuur, voor jou een teken is dat ze de stof begrijpen en inzicht hebben verkregen? En heb je bedacht wat de studenten van jou verwachtten en nodig hebben om zich goed voor te bereiden op het tentamen? Kortom, met welk doel geef jij dit werkcollege en welk doel hebben de studenten voor ogen? Een reality check, waarbij ik niet alleen mijn hart heb kunnen luchten en herkenning heb gevonden, maar waarbij ik ook gedwongen werd om de situatie vanuit andere invalshoeken te bekijken.

Nieuwe vragen, meer voldoening
Het volgende werkcollege overleg ik met mijn studenten over hun verwachtingen en die van mijzelf. De beste optie lijkt om kort de figuren te laten bespreken en aan het einde het precieze antwoord te laten samenvatten door één van de studenten (waarbij iedereen gretig mee schrijft). Ik ervaar de werkcolleges daarna als prettiger en gemoedelijker. En ik besef me dat dit vooral komt doordat ik zelf met andere ogen (lees: verwachtingen) naar de studenten ben gaan kijken.
Het bespreken van de figuren blijft iets wat mijn studenten –en dan formuleer ik het optimistisch– de rest van de werkcolleges met matig enthousiasme doen. Dit keer denk ik echter dat het tijd is om samen met mijn mededocenten eens kritisch naar de vorm van het werkcollege en de toetsing hiervan te kijken: Delen deze ervaren docenten de mening dat studenten figuren in hun eigen woorden uit moeten kunnen leggen? En als dit zo is, moeten we dit dan niet explicieter onderdeel maken van de werkcolleges en toetsing? En hoe doen we dat dan? Opnieuw een hoop vragen, maar wel een stapje dichterbij onderwijs waar zowel student en docent nog meer voldoening uit halen.

Els van der Vlist is naast haar functie als stagecoördinator voor de masteropleidingen van de Graduate School of Life Sciences, docent bij de cursussen ‘Project 1’ en ‘Genoom’ van de bachelor Biomedische Wetenschappen.


Els van der Vlist
20 maart 2015

Reacties

  1. Mil, M.H.W. van (Marc)
    Mil, M.H.W. van (Marc)

    Goed bezig Els! Zo’n intervisiegroepje is toch echt wel de tijd en moeite waard. Ook wel herkenbaar dat je steeds weer gedwongen wordt om nog scherper voor jezelf in beeld te krijgen of je onderwijs en toetsing wel in overeenstemming zijn met de dingen die je echt belangrijk vindt… en of je dat ook terugziet in je leerdoelen…

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.