Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Burgerschap motiveren

Lieve Willemijn,

Deze periode geef ik een vak wat de schrijnende actualiteiten over de situatie van de vluchtelingen nauw raakt. En zoals altijd ben ik me weer extra bewust van mijn eigen rol in de maatschappij. Burgerschap, ik vind het belangrijk! Ik probeer zelf ook mijn steentje bij te dragen in mijn vrije tijd. Maar steeds meer bekruipt mij de vraag wat ik als docent zou kunnen bijdragen. Zijn docenten niet ergens ethisch verplicht om studenten af te leveren die zich betrokken voelen bij de wereld? Is mijn rol in de maatschappij niet het vormen van actieve wereldburgers? Of ben ik als docent dan teveel een bemoeial? 

Je zou je wellicht afvragen waarom ik je dit vraag. Ik ben dan misschien een beetje negatief, maar mijn gevoel is dat het de studenten van nu amper raakt. Waar zijn de barricades en protesten? Waar zijn de massale acties vanuit de studenten voor de vluchtelingen? De eens meest actieve deelnemers uit de samenleving lijken nu alleen warm te worden van een Whatsapp bericht op hun telefoon. Ik zou er zo blij van worden als ik een van mijn studenten kon motiveren om voor zijn opdracht of stage een maatschappelijk relevante bijdrage te leveren. Iets waar “de vluchteling” wat aan heeft. Mijn vakgebied is daar extra geschikt voor. Dus lieve Willemijn, ik vraag mij af… hoe kan ik dit bewerkstelligen? Of zou ik dit helemaal niet moeten willen?

Liefs, 

Een docent die graag wereldburger wil zijn. 

 

Lieve wereldburger,

Hoewel je vraag over ‘de vluchtelingen’ gaat, kun je haar moeiteloos doortrekken naar de recente verschrikkelijke gebeurtenissen in Parijs. En nog niet eens zo heel lang geleden waren het de schokkende beelden van 9/11, en niet zo lang daarvoor was het de val van de Berlijnse Muur. Gebeurtenissen die bijna schreeuwen om een reactie, ook van de academie, ook van de docent, en ja, misschien dus ook wel van studenten. Het is dus niet zo raar dat je je geroepen voelt om ‘iets’ te doen. Maar wat zou dat ‘iets’ kunnen zijn in dit geval?

Ook in Nederland komen Grote Woorden als ‘burgerzin’, ‘teruggeven aan de maatschappij’, en ‘Bildung’, terug binnen de Universiteit. Ze waren een tijdje kwijt, maar het is nu weer niet zo vreemd om je af te vragen wat we eigenlijk doen, met die studenten. Moeten ze zich leren verhouden tot de maatschappij, moeten ze worden gestimuleerd ‘terug te geven’, en moeten ze niet op zijn minst worden uitgenodigd te reflecteren op de betekenis die zij, persoonlijk, kunnen toevoegen in het maatschappelijk debat? Ik geloof dus niet dat je je al te druk moet maken over de vraag of je met het agenderen – ook in je onderwijs – van Grote Vragen verkeerd bezig bent. Veel concreter is je vraag of je niet een ‘bemoeial’ wordt. Ook daarover zou ik me niet al te veel zorgen maken, want dat ben je al: iedere goede docent is een bemoeial!

Misschien kun je jezelf wel afvragen wat je nu eigenlijk wilt doen: wil je het Grote Probleem agenderen, of wil je de manier waarop studenten zich door het leven bewegen veranderen? Want als het dat laatste is, dan kan ik je alleen adviseren om het los te laten. Deze generatie heeft andere vormen van protest dan in de tijd dat ik op de barricades klom. Maar ik geloof je volstrekt niet als je daaruit opmaakt dat studenten niet betrokken zijn, of dat het ze niet raakt. Natuurlijk wel! Daarover kun je met ze in gesprek. Lukt het je om dit als onderwerp in de te bestuderen stof op te nemen? Daar is niets op tegen. Tenzij het volstrekt niet past in je vak, maar dan kun je iets anders doen. Net als docentes Hanneke van Eijken en Pauline Phoa een debatserie over ‘de vluchteling’ organiseren en je studenten daarop attent maken, bijvoorbeeld. Maar als je jouw studenten eigenlijk wilt overtuigen van je eigen gelijk, nou nee, dat lijkt met niet goed. Het is immers de rol van de academie om verschillende perspectieven te belichten en de status quo te bevragen. Je kunt je mening naar voren brengen, maar wees zorgvuldig. Ik zou aanraden een duidelijk onderscheid te maken tussen ‘dit is de stand van het wetenschappelijk debat’, ‘dit zijn de verschillende meningen die in de samenleving naar voren worden gebracht’, en ‘dit is wat ik er van vind’. Nodig uit tot het naar voren brengen van andere meningen. Bespreek je eigen vooronderstellingen. Sta open voor afwijkende standpunten. Discussieer over het onderwerp, niet op de persoon.

Als het Grote Probleem zich eigenlijk niet leent tot behandeling in je college, dan wordt het lastiger. Ik zou zeggen: niet elk probleem en niet elke gebeurtenis hoeft in de college zaal te worden herdacht. Soms is het echter noodzakelijk. Zo zat ik bijvoorbeeld afgelopen maandag – de dag waarop een minuut stilte werd gehouden voor de slachtoffers van Parijs – stilletjes mee te luisteren bij een college dat om 11 uur begon. Het had geen enkele betrekking op de gebeurtenissen aldaar, maar de docent begon het college toch met het benoemen van de tragedie. Hoe het haar ook had geraakt. Hoe gek het is om op maandagochtend een college te volgen over een in vergelijking met de gebeurtenissen in Parijs triviaal onderwerp. Hoe belangrijk het is voor academici om betrokken te zijn bij het maatschappelijke debat. Dat die betrokkenheid op vele manieren vorm kan worden gegeven. Maar dat er ook een verantwoordelijkheid op academici rust – en dus ook op studenten, academici in wording – om in het debat kalmte te bewaren, niet te vervallen in wij/zij denken of in generalisaties. Dat dat niet wegneemt dat ook wetenschappers emoties hebben en dat die ook best getoond mogen worden. Dat academici het tekortschieten van wetenschap moeten laten zien. En dat het volgen van een college een vorm is om zowel academische denkkracht te oefenen als, misschien, voor sommigen, een protest in vrijheid. En dat er natuurlijk om 12 uur een minuut stilte zou worden gehouden.  Om vervolgens, samen met de 150 studenten in de zaal, geconcentreerd aan het onderwerp van het college te gaan werken.

Met hartverwarmdende groet,

Willemijn


Malou Weber
26 november 2015

Reacties

  1. Joke
    Joke Dijk, van

    Beste Betrokken Wereldburger,
    Als docent heb je wel degelijk invloed op je studenten.
    Het laatste college quantummechanica 1971 Physisch Lab Bijlhouwerstraat. Prof Ruijgrok keek ons priemend aan:
    “Ik verbied jullie om wat je van mij geleerd hebt, te gebruiken voor de wapenindustrie”. Hoe kan hij dat nou verbieden, dacht ik naïef.
    Maar het werkte heel goed en lang, bij mij en medestudenten.
    Docenten hebben meer invloed dan je denkt.

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.