Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

“Ranking the studiekiezers”

‘Selectie aan de poort’ is een hot topic, zeker bij opleidingen die nu nog een numerus fixus kennen. De loting wordt namelijk in 2017 afgeschaft, met als gevolg dat die opleidingen hun studenten zelf moeten gaan selecteren. Goede ontwikkeling of een rampzalig slecht plan?

Als ik mij niet vergis, gaat selectie over de vraag: “kunnen we voorspellen welke studenten het goed gaan doen in onze opleiding?” Die vraag blijkt moeilijk te beantwoorden (Bussemaker weet het in ieder geval ook niet). Zelf vind ik het idee van selectie toch wel sympathiek; ten minste vanuit mijn docentperspectief. Iedere docent kent het gevoel dat er studenten op de universiteit rondlopen die hier eigenlijk niet thuishoren. Het zou toch wel fijn zijn als je door een selectieprocedure alleen nog ‘academie-proof’ studenten in je cursus hebt. Aan de andere kant ben ik ook wel gevoelig voor het veelgenoemde tegenargument: Vallen er door zo’n selectie niet teveel pareltjes buiten de boot, die het op basis van de selectiecriteria (nog) niet laten zien, maar wel heel goede academici zouden kunnen worden?

Er zijn legio opties om een selectieprocedure samen te stellen. Het zal niet toegestaan zijn om uitsluitend naar vwo-cijfers te kijken, en dus zullen er aanvullende criteria gebruikt gaan worden, zoals aan cijfers voor toelatingstoetsen, scores op persoonlijkheidstesten en interviews. Vervolgens zal elk criterium een bepaalde weging meekrijgen om zo een ‘totaal score’ te kunnen vaststellen op basis waarvan iedere kandidaat ‘gerankt’ wordt ten opzichte van de andere kandidaten.

Maar hoe ingenieus, gebalanceerd en compleet je zo’n selectieprocedure ook maakt, het is en blijft een hoepel waar je alle kandidaten doorheen laat springen (of een hordeloop of een hindernisbaan, zo je wilt). Degenen die dat kunstje het beste volbrengen of volbracht hebben op de middelbare school, mogen komen. Vind ik dat erg? Nee, eigenlijk niet. Als we ze maar door de juiste hoepel laten springen… en daar wringt volgens mij de schoen. Want weten we eigenlijk wel welke hoepel bij welke opleiding past?

Kijk, voor een conservatorium lijkt het me vrij recht-toe-recht aan. Deze kandidaten hebben al een behoorlijke muziekopleiding en heel wat uren oefening achter de rug, waardoor het mij gerechtvaardigd lijkt om hun talent in te schatten op basis van een auditie. Maar voorspellen of iemand zich tot een goede academicus kan ontplooien? Nog voordat iemand echt heeft kunnen proeven aan wat er van hem of haar gevraagd gaat worden op de universiteit? Hoe meet je ‘academische potentie’? Hoe voorspel je wie het in zich heeft om de vakspecifieke (denk)vaardigheden van een bepaalde opleiding aan te leren? Al met al lijkt het mij een hele opgave om tot een selectieprocedure te komen die meet wat er daadwerkelijk gemeten zou moeten worden. Sterker nog, weten we eigenlijk wel wat er gemeten zou moeten worden?

In theorie zou de universiteit er vanuit moeten kunnen gaan, dat de leerlingen die het op het vwo het beste doen ook degene zijn die ze het liefste in huis haalt. Immers, de naam voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, suggereert dat het tot doel heeft iemands academische potentie te laten ontkiemen. Dat de minister gaat verbieden om alleen op vwo-cijfers te selecteren zou een expliciete diskwalificatie van het huidige vwo kunnen zijn, maar het lijkt mij toch vooral een diskwalificatie van het huidige eindexamen. Zelfs de minister is het er dus mee eens: meten is zeker niet altijd weten…


Mil, M.H.W. van (Marc)
29 oktober 2015

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.