Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

Feedback

Het is een ‘buzzword’: feedback. We denken steeds kritischer na over hoe feedback eruit moet zien, welk doel het dient, wie de feedback moet geven. Toch valt er nog veel te leren over vormen waarin feedback kan worden gegeven. Zelf ben ik geïnspireerd geraakt door een methode voor collectieve feedback die is ontwikkeld door DasArts, een theatervakopleiding. Deze feedbackmethode, simpelweg “Feedback” genaamd, leent zich echter ook heel goed om bijvoorbeeld over paper- of scriptievoorstellen te spreken.

DasArts ontwikkelde de methode uit onvrede over de sessies waarin studenten commentaar gaven op elkaars artistieke werk. Die sessies werden vaak persoonlijk, de student van wie het werk werd besproken voelde zich genoodzaakt zijn werk te verdedigen. De methode vertrekt vanuit een paar simpele uitgangspunten: de feedbackontvanger in zijn kracht plaatsen, meer precisie in de feedback bewerkstelligen en het feedbackproces helder structureren.

Iedere sessie start met de introductie van een feedbackvraag door degene die zijn werk presenteert. Na de presentatie worden in totaal 7 feedbackvormen afgewerkt, geleid door een moderator. DasArts heeft een mooie DVD over de methode gemaakt. Ik wil er voor nu drie vormen uitlichten: de ‘wat-werkte-voor-mij’ ronde, de ‘perspectief’ ronde en de ‘concept reflectie’ ronde.

In de ‘wat-werkte-voor-mij’ ronde geeft iedereen kort aan wat voor hem/haar werkte. De nadruk op ‘voor mij’ maakt dat men heel nadrukkelijk vanuit zijn eigen positie spreekt. In deze ronde is alleen positieve feedback toegestaan. De moderator noteert de punten op een groot vel. De ontvanger luistert slechts.

In de ‘perspectief’ ronde geeft iedereen aan wat hij in het werk mist of anders zou willen zien. Daarbij wordt expliciet gemaakt vanuit welk perspectief men spreekt door steeds te beginnen met de zin: ‘wat ik nodig heb als……’. Op de universiteit zou zoiets de vorm kunnen aannemen van: ‘wat ik nodig heb als lezer /docent/historicus’. Door het benoemen van het perspectief wordt kritiek nergens een aanval op de persoon of het werk. Ook nu hoort de ontvanger slechts toe.

In de ‘concept reflectie’ ronde noteert iedereen op post-its een woord dat het werk het beste typeert. Vervolgens plaatst de feedbackontvanger de post-its op een vel, met in het midden de titel van het werk. Hoe dichter naar het midden hoe meer hij het woord van toepassing vindt. Bij elke post-it licht hij kort toe waarom hij deze juist hier plakt. Tot slot kiest de ontvanger één woord dat hem het meeste aanspreekt en spreekt enkele minuten over zijn eigen werk, het bewuste woord zo veel mogelijk gebruikend.

Interessant aan deze methode is dat er nauwelijks sprake is van een dialoog tussen de feedbackgevers en -ontvanger. Dat lijkt onnatuurlijk, maar juist daarom is de ontvanger beter in staat om te luisteren en kan hij beter zelf bepalen met welke feedback hij wat wil en met welke niet. Het zijn juist de feedbackgevers die door de strikte vormen leren om hun feedback zorgvuldig te formuleren. En juist daaraan ontbreekt het nog wel eens. Soms vind je de beste ideeën buiten de deur.

 

1402 Sigrid Merx2Sigrid Merx is universitair docent bij Theater-, Film- en Televisiewetenschap en onderzoeker bij het Instituut voor Cultuurwetenschappelijk Onderzoek (ICON)


Isabella Spaans
13 februari 2014

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.