Hoe heb je dit onderwijs ontwikkeld?

“Vanuit mijn afdeling keek ik eerst waar onze expertise lag en welke behoeften er zijn bij professionals. We zagen al snel dat politieke geschiedenis en kennis over ideologieën interessant en relevant zijn voor professionals. Ideologieën in de samenleving zijn soms moeilijk te lezen. Hiervoor geven wij handvatten mee. Tijdens het ontwikkelingsproces besefte ik dat de expertise die wij willen delen niet alleen academisch, maar ook maatschappelijk relevant moet zijn. Dit probeerde ik aan elkaar te koppelen.

Om deze cursus voor professionals te ontwikkelen, kreeg ik de tijd en ruimte. Toen ik een aanvraag deed voor subsidie verliep dat soepel. Ik heb ruim contacturen aangevraagd en dit werd goedgekeurd. Dit gaf mij ruimte om de cursus te ontwikkelen. Om een cursus op te zetten, heb je ook organisatorisch werk, zoals het regelen van gastsprekers. In de aanloopfase wisselt de drukte af. Sommige lijnen moet je wat langer uitzetten en daar gaat tijd overheen. Het is vaak afwisselend korte- en langetermijnwerk. ”

Welke uitdagingen kwam je tegen en hoe heb je die overwonnen?

“Een uitdaging voor mij was: hoe ga je van idee naar vorm? Ga je het onderwijs aanbieden in één lange dag of een driedaagse cursus? Doe je dat met seminars of gastlezingen? Om hier een antwoord op te geven, kreeg ik voorbeelden van het OvP-team. Aan de hand hiervan en met andere hulpmiddelen zoals de OvP-toolkit kon ik mijn cursus steeds meer vorm geven. Ik heb zeker gekeken naar andere cursussen, maar merkte dat elke cursus een unieke opzet en thema heeft. Uiteindelijk kozen wij voor een maandelijkse gastlezing gekoppeld aan een seminar. Dit is een nieuw format. Ik heb gekeken naar wat ik zelf intuïtief en organisatorisch logisch vond. Hierdoor was het bij mijn ontwerp geen kwestie van copy-paste. Overigens denk ik dat dit in het geval van andere cursussen wel kan. Dus ik zou collega’s aanraden om altijd eerst voorbeelden van anderen te bekijken.

Ook was het regelen van gastsprekers soms lastig. Wanneer ik aan collega’s vraag of ze een gastcollege willen geven, krijg ik wel eens de begrijpelijke reactie dat ze het leuk zouden vinden, maar dat ze al erg veel doen. Hiervoor zijn al compensatieregelingen, maar dat is een punt van blijvende aandacht. Dit gezien het structurele probleem van hoge werkdruk op de universiteit.”

Hoe vond je het om les te geven aan professionals, in plaats van aan studenten?

“Bij een eerdere cursus met deeltijdstudenten merkte ik al dat je met professionals anders omgaat dan met studenten. Daarom heb ik in de OvP workshop sessies specifiek gevraagd naar tips op gebied van didactiek. Een nuttige suggestie was dat werkende mensen een hele bak aan ervaring en kennis met zich meebrengen naar de collegebanken. En dat het dus belangrijk is dat je die ervaring en kennis erkent en deelnemers vraagt om deze te delen. Deze aanbeveling heb ik direct meegenomen in mijn cursus: ik heb speciaal ruimte gereserveerd voor interactie met de deelnemers.”

Wat kan een docent zelf uit dit type onderwijs halen?

“Het is erg leuk om onderwijs voor professionals te ontwikkelen en na te denken over het idee en doel achter een cursus. Ik vind het wel een beetje spannend hoeveel inschrijvingen er straks zijn, en of alles wat wij hebben bedacht op de juiste manier gaat landen. Ik verwacht veel feedback en het blijft een beetje experimenteren. Deze cursusopzet is immers nog nooit eerder gebruikt. Je moet gewoon een beetje risico nemen en vertrouwen hebben in wat je neerzet.”