Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

Overpeinzingen in Stockholm en Utrecht!

Reactie op de blog van Vincent van Hees:

Vincent,

hoe we als docent graag zien hoe studenten met groepswerk moeten omgaan, was een uitdaging om over na te denken. Toen ik in Stockholm was met studenten, moesten ze net als bij jou per tweetal een excursie organiseren. Ondanks dat het Honoursstudenten betrof, viel me op dat de koppeltjes niet een gelijkwaardige bijdrage gaven; sterker nog, één van elk koppel had blijkbaar het initiatief genomen en de ander had daarin berust. Er werd geen cijfer voor gegeven, dat is anders dan gezamenlijk een essay schrijven bij een cursus.

Gezien de werkdruk voor de docent en vanwege de stimulans om te leren samenwerken, zal groepswerk blijven bestaan, ondanks de voor de hand liggende nadelen als meeliften, uitvallers, oneerlijke becijfering. Hoe stimuleren we èlke student van een groepje? Kan dit alleen maar als elke student een zichtbare bijdrage geeft? Betekent dit dat de docent elk lid van de groep moet kennen en dus kunnen aanspreken en stimuleren? Zou het helpen als we bij een essay of presentatie na afloop een verantwoording vragen wat elke student heeft bijgedragen, net als tegenwoordig bij sommige wetenschappelijke tijdschriften?

Bij een vak dat ik geef moeten groepjes van vier studenten in een periode van ongeveer 4-5 weken een essay schrijven. Vaak gaat de samenwerking soepel, soms niet en dan is er meestal een probleem. Voordeel is dat ik de studenten in het kader van contactonderwijs en practica vaak zie en dus makkelijk aanspreekbaar ben. Studenten komen daardoor waarschijnlijk sneller naar me toe als er samenwerkingsproblemen zijn. Ook stimuleer ik ze door bij practica even kort hun tussentijdse resultaten te bespreken. Dat helpt helaas meestal niet, maar de student wordt wel geconfronteerd met zijn ambities en dus met zijn inzet voor het vak.

Bij presentaties helpt het als we ruim voorafgaand aan de presentatie vermelden dat de discussie na de presentatie gevoerd wordt met de niet-presenterende studenten. Meelifters vallen dan al snel door de mand. Als ik dan ook na zo’n moeizame ‘vraag-en geen antwoordsessie’ vraag of de betreffende student heeft bijgedragen aan de presentatie, bekent de dader meestal vlot! Begrijpelijk, want het publiek heeft het wel door als na een vraag blijkt dat een student er niets van heeft begrepen. Ook de reactie van de wel-actieve presentatoren is veelzeggend na mijn vraag of iemand wel heeft bijgedragen. Je ziet ze vaak glimmen van plezier dat de boosdoener is ontmaskerd. Collega’s wijzen de presentator vijf minuten voor de presentatie aan, zodat alle studenten zich goed moeten voorbereiden. Dit laatste vind ik zelf niet prettig, maar het zal wel helpen!

Mijn hostel in Stockholm deed vooral denken aan een gevangenis, en volgende keer neem ik maar een andere locatie dan de studenten.

 

Adri Thomas

 

Adri Thomas, senior docent bij Ontwikkelingsbiologie aan de Bèta-faculteit, hoopt zinvolle reacties te geven op de overpeinzingen van junior docent Vincent van Hees.


Thomas, A.A.M. (Adri)
17 november 2015

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.