Blog
Veranderen
Volgens sommigen is de universiteit een uniforme en uniformerende massa-instelling geworden. Wat individuele studenten kunnen en willen wordt amper gezien: er zijn te veel studenten en docenten hebben te weinig tijd. Onlangs nog kreeg een begaafde en ambitieuze honoursstudente nul op het rekest toen ze verzocht om individueel en in versneld tempo haar bachelorscriptie te mogen schrijven: ‘we kunnen dit soort maatwerk met onze middelen gewoonweg niet bieden’. Jammer voor deze studente, die nu mogelijk een researchmaster in het buitenland aan haar neus voorbij ziet gaan.
Moeten we dan maar accepteren dat in de huidige massa-universiteit aandacht voor verschillen tussen studenten, voor diversiteit, niet tot de mogelijkheden behoort? Dat persoonlijke academische vorming een relict uit het verleden is en het er nu vooral om gaat studenten beroepsspecifieke kennis en vaardigheden aan te leren? Vorig jaar bepleitte universiteitshoogleraar Frits van Oostrom in zijn diesrede een belangwekkende verandering van de omgang met studenten. Kort samengevat: ga met ze in gesprek – individueel!
Van Oostrom kwam met concrete suggesties, zoals het invoeren van mondelinge tentamens, het bevorderen van studentassistentschappen, en het aanbieden van tutorials. Verrassend was het idee om iedere student een voucher aan te bieden voor een lunch met een staflid naar keuze, een formule die volgens Van Oostrom in Harvard breed gewaardeerd wordt.
Bij Algemene Sociale Wetenschappen (ASW) bespraken we in een overleg van bachelordocenten deze suggesties op wenselijkheid en haalbaarheid. Het achterliggende idee – docenten en studenten moeten vaker met elkaar in gesprek gaan – werd toegejuicht, maar bij de bespreking van de suggesties verschenen er beren op de weg. Mondeling tentamen? Hoe moet dat dan met de toetsmatrijs? Persoonlijke feedback op papers? Niet efficiënt, want telt te weinig mee voor de zestig-uren-contactnorm! Trouwens, we hebben er de middelen niet voor. Enzovoort. Denk nu niet dat ASW-docenten zo hechten aan toetsmatrijzen en die contactnorm, maar ze vormen een realiteit die je niet ongestraft kunt negeren.
Het probleem was telkens dus niet de wenselijkheid maar de haalbaarheid. Gelukkig bedachten we haalbare alternatieven: onder andere het invoeren van capita selecta (met een mondeling tentamen) naast de reguliere vakken, informele bijeenkomsten van docenten en studenten ter afsluiting van een blok, en het verkleinen van de omvang van werkgroepen. Dit kost allemaal tijd (en dus geld) en sommige ideeën botsen met de eisen van ‘het systeem’, maar de voorgestelde veranderingen komen de academische vorming van studenten ten goede en ze bevorderen het onderwijsplezier van zowel docenten als studenten.
Opleidingen die, geïnspireerd door Van Oostrom, het individuele gesprek met studenten willen gaan voeren, kunnen zich nu ook gesteund weten door rector Bert van der Zwaan, die in een recente opiniebijdrage opriep tot het opruimen van barrières waar onze universiteit vol mee zit. Hij beklemtoonde dat het gaat om ‘de wil om te veranderen’. Diversiteit vindt hij zo belangrijk dat het zelfs geld mag kosten. Goed zo! Ik voeg daaraan toe: een universiteit die echt geeft om diversiteit blijft niet steken in sjablonen, maar honoreert de individualiteit van studenten door met ze te praten.
9 februari 2016
U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.