Logo Utrecht University

Docentencommunity T@UU

Teacher in the Picture

Docent in the picture – Ton Peeters

“Eigenlijk doen we het in Nederland hartstikke goed. We leveren ontzettend getalenteerde studenten af.” Dit concludeerde Ton Peeters naar aanleiding van zijn bezoek met zijn CEUT-leergang aan de IVY-league college in Cornell. Hij ervoer het onderwijs hier als behoorlijk traditioneel. Ton Peeters maakte elke tien jaar een grote switch in zijn loopbaan. Met de CEUT-leergang begon voor Ton weer een nieuw decennium. Hij werkt nu drie jaar als program director van de bachelor biologie. Hierover zegt hij: “Ik mis het onderzoek niet, en heb absoluut geen spijt van mijn keuze. Als onderwijsmanager houd ik me deels bezig met de organisatie en deels met het beleid van het onderwijs van de bachelor. Ik heb onderwijs altijd al heel leuk gevonden.” De redactie kan uit dit interview maar een ding concluderen: Als Ton zich nog zeven jaar met zo’n passie aan het onderwijs blijft toewijden, mag het departement zich in de handjes knijpen.

ton recent

Meer autonomie = meer zelfstandigheid

Ton heeft altijd al veel plezier beleefd aan onderwijs en onderwijsontwikkeling. Autonomie van de student heeft hierin een centrale rol. Zo ontwierp hij in zijn Wageningen-decennium een cursus waar studenten via CD-ROM en wat werkcolleges zelfstandig moesten werken. Ton: “Bij deze in silico methode werkten studenten alleen maar via de computer. De cursus heeft daarvoor ook een prijs gekregen van de vereniging van biotechnologie. Dit was eigenlijk de eerste keer dat ik erachter kwam dat als je studenten veel autonomie geeft in hun eigen onderwijs, dat je dan de lat veel hoger kunt leggen. Dit geldt natuurlijk niet voor alle studenten, maar de lat kan toch wel hoger dan dat je normaal doet.” Ton heeft geen aansporing nodig om verder te vertellen: “Toen ik in Utrecht kwam ging ik meer en meer nadenken over wat de mooie manieren zijn om onderwijs aan te bieden.” Met een gepassioneerde glimlach voegt hij toe: “en dat vind ik echt heel erg leuk, met name in de bachelor. Omdat dat grote groepen studenten zijn, waarbij het eigenlijk een uitdaging is om ze verder te krijgen dan de leerdoelen voorschrijven.”

Utrecht = ruimte voor onderwijs

“Dat ik die ruimte heb om me hiermee bezig te houden, zie ik als het positieve van Utrecht. Er is veel aandacht voor onderwijs. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat ik nu teaching fellow ben. Utrecht ziet je dus niet als oud en opgebrand als je de vijftig bent gepasseerd.” Het is duidelijk dat Ton de universiteit ervaart als een plek waar veel ruimte is voor onderwijs. Toch begrijpt hij dat niet iedereen dit met hem eens zal zijn: “Ik heb het geluk dat ik in een omgeving zit waar veel mensen enthousiast zijn over nieuwe manieren van onderwijs geven en dit uitproberen, de usual suspects. Binnen de ususal suspects worden gelukkig al onze onderzoeksgroepen gerepresenteerd. Kortom, er lopen hier veel collega’s rond die echt veel met onderwijs bezig zijn. En dat heeft te maken met de tijd ervoor krijgen én de tijd ervoor nemen.”

Ontwikkelwerk = liefdewerk oud papier

Ton kreeg dus tijd voor onderwijs. Bijvoorbeeld tweetiende als teachingfellow. Ton: “Die tijd krijgen en het bevechten dat je die tijd er ook aan kan besteden zijn twee verschillende dingen. Daar hoor ik iedereen over. De student-docent ratio in mijn departement is hoog. Ook de reorganisaties van de afgelopen jaren laat zijn sporen na. Dus elke docent zit echt tot zijn taks in zijn onderwijstaken. En dan zijn er toch nog docenten die tijd vinden om na te denken over ontwikkeling in het onderwijs. En dat vind ik knap. Ontwikkelwerk blijft in veel gevallen liefdewerk oud papier” Een deel van zijn ontwikkelwerk haalt Ton uit het onderwijs dat hij, samen met een collega, aan de honours studenten geeft. “Dit gaat om een kleine groep gemotiveerde studenten. Hiermee kun je dingen doen die je met grote groepen niet kunt doen, maar wellicht wel later in aangepaste vorm kunt toepassen in het reguliere onderwijs; een soort proeftuin voor het onderwijs.“

Teaching fellow = de integratie van 21st century skills in het curriculum.

Het diploma voor teaching fellow heeft een in het oog springende plek boven zijn computerscherm. Alhoewel de rector hem laatst nog vertelde dat het eigenlijk op zijn deur hoorde. Het teaching fellowship gaat in op de integratie van 21st century skills in het bachelor curriculum. Ton: “deze skills zijn een aantal competenties die studenten nodig hebben om succesvol te zijn in het vervolg van hun loopbaan. Dat zijn bijvoorbeeld inter- en intrapersoonlijke vaardigheden. Interpersoonlijke vaardigheden bevatten de culturele vaardigheden, dat wil zeggen kunnen omgaan met een steeds meer globaliserende wereld, en samenwerkingsvaardigheden. Het viel mij meteen op dat we eigenlijk al deze belangrijke vaardigheden al aanleren. Máár, het viel me tegelijkertijd ook op dat bachelor studenten dit niet kunnen benoemen als ze terugkijken op hun bachelor. Dus we doen heel veel, alleen zowel wij als de studenten weten niet wanneer en hoe, terwijl ze aan het eind wel een hele hoop van de vaardigheden te pakken hebben.”

Vaardigheden aanleren = een cultuuromslag

“Ik ga als teaching fellow dus geen vaardigheden toevoegen. Wat ik wil doen is studenten met de neus op de feiten drukken dat ze deze vaardigheden leren, en ze dan ook op die vaardigheden afrekenen. Daarom is het nodig om dit goed te expliciteren, en te bedenken hoe je dit kunt beoordelen. Als je dat niet doet heeft het namelijk geen zin. Pas als je studenten ook op deze vaardigheden beoordeelt, zullen ze ervan gaan leren. Dit kan natuurlijk niet met cijfers, wat we willen invoeren is een rubric waarin verschillende vaardigheden aan bod komen. Deze vaardigheden zullen in de loop van de studie telkens terugkomen, en steeds op een iets hoger niveau. Studenten kunnen dan met behulp van de rubric in de loop van hun studie zien hoe ze groeien. Om dit praktisch te verwezenlijken wil ik een website opzetten waarop verschillende skills in modules worden aangeboden voor de studenten. Het mooie hieraan is dat het iets generieks is, dat boven het programma komt te hangen. Dit kan dus ongeacht de inhoud door elke opleiding gebruikt worden. Om dit allemaal te bereiken is een cultuuromslag nodig, een nieuwe manier van kijken, het vinden van je eigen rol, en dit kritisch kunnen beoordelen. Het is de uitdaging om dit, in eerste instantie, in de bachelor voor elkaar te krijgen.”

Ton Peeters = het vuurtje in de student aanwakkeren

“En hoe blijf ik daarover enthousiast? Het blijven toch de mensen die je tegenkomt die je blijven inspireren en die je enthousiast houden. Mijn eigen omgeving, maar ook bijeenkomsten over onderwijs buiten de faculteit. Het netwerk wat je dan opbouwt, met mensen van verschillende faculteiten die heel intensief met onderwijs omgaan is voor mij heel erg belangrijk. Tegelijkertijd is het ook een stukje natuur. Mijn drijfveer is die ene docent wiskunde docent op de HAVO, die mij aangaf dat er meer mogelijk was. Die me aankeek en zei: jij kunt meer. Je mag ambitie hebben. Ik vind het een gemis dat er verder niemand was die goed naar zijn leerlingen keek. Deze man kon ze doorgronden. Dat vond ik verrassend. Die persoon heeft mij geraakt en dat neem ik mee. Ik kijk graag samen met de student, in een soort coachende rol, naar zijn of haar ontwikkeling. Het sluimerende vuurtje van de ambitie  wil ik graag aanwakkeren. Ondanks dat je de grote massa misschien niet bereikt moet je het als docent toch proberen. Ik hoop ik op deze manier studenten te verassen en ik denk ook dat dat met mijn teaching fellowship gaat lukken.”


Malou Weber
2 October 2015

If you want to comment, please login on the left side of the page with your UU account..