Blogs
Storm in de e-maildoos
E-mail heeft veel voordelen gebracht aan iedereen en dus ook aan studenten en docenten. Het heeft de snail mail vrijwel geheel vervangen en men kan nu gemakkelijk corresponderen met iedereen op de gehele aarde. Informatie kan er makkelijk mee gedeeld worden. En het is een soort geheugen. E-mail is alleen geen onderdeel van mijn werk meer, het ís mijn werk, zo lijkt het wel. De laatste tijd denk ik dan ook wel eens: was dit nou de bedoeling? Door het stormachtige aura van snelheid en gemak raakt het medium overbelast en de gebruikers ervan ook. Mijn e-mailbox is om de maand vol. Ik heb 200 e-mails per week en dat zou niet erg zijn als die alleen ter informatie waren. Maar de verwachtingen van e-mailgebruikers liggen hoog. Men wil antwoord, een document of een beslissing en liefst snel. Ik moet bekennen dat ik in de afgelopen vakantie af en toe mijn e-mail las om te kijken of er iets dringends was. Moet je nooit doen, leidt tot ongewenste werkdruk en in Frankrijk tot hoge roamingkosten, ik weet het, maar stel je voor dat je een student ongelukkig maakt. ‘Meneer, ik heb u drie weken geleden gemaild met een verzoek om …’, leest het dan teleurgesteld. Collega’s hebben het gelukkig ook: ‘Beste…, Excuses voor de late reactie. Twee maanden geleden vroeg je …’, schrijven ze dan met het schaamrood op hun kaken in de kantlijn. De maximale bereikbaarheid leidt soms tot grenzeloosheid. Zo kreeg ik vorige week een verzoek van een middelbare scholiere uit Singapore. Ze vroeg of ik haar werkstuk over humor wilde lezen en van feedback voorzien. Waarom is e-mail zo dwingend? E-mail is de poort van en naar de wereld geworden. Mijn fysieke postvak is een verlaten konijnenhol geworden, mijn telefoon rinkelt zelden en ook mijn collega’s en studenten zie ik weinig (zitten thuis of in Indonesië hun e-mail te checken). Iedereen blijkt op de meest bizarre tijdstippen de e-maildoos te legen en te vullen en hun e-mails lees ik dan op even bizarre tijdstippen als ze verzonden worden. Het is tweezijdig eenrichtingsverkeer. De e-maildoos is ongezellig, dubbele eenzaamheid van zender en ontvanger. Echt contact heb je niet en dat vind ik nu juist de essentie van mijn onderwijsbaan. Oplossingen kun je vinden in bepaalde vertragingstactieken (dit is een fijn woord omdat het lang is en het er toch maar één is en het dus geen bedreiging vormt voor het snel naderende maximale aantal woorden van deze blog). Je checkt nog maar drie keer dagelijks je e-mail, bijvoorbeeld. Of je stopt alles in mapjes voor later. Het meelwerk blijft. Ik zoek de oplossing in meer bellen en langslopen. Gesprekken zijn gezellig, reciprok (dit woord bestaat echt, betekent wederkerig) en je komt meer te weten dan via e-mail. Een gesprek heeft redundantie, dat wil zeggen dat het over andere dingen kan gaan dan alleen het strikt functionele. Dus: bel me, of loop even langs. Dan gaat de storm misschien liggen.
Sibe Doosje, docent psychologie.
4 September 2014
If you want to comment, please login on the left side of the page with your UU account..