Blogs
Levenslessen
Ik heb wel eens gelezen dat er een zogenaamde “Tien procent-regel’ bestaat: Bij tien procent van de studenten speelt iets ernstigs in de privésfeer zoals een ziekte of problemen thuis. Dit is belangrijke informatie voor docenten en vooral tutoren omdat dit soort zaken de studievoortgang in de weg kunnen staan en je een student die niet ‘kan’ niet wil beschuldigen van ‘niet willen’.
Ik ben nu al een aantal jaar tutor voor de eerstejaars Sociologie studenten en als ik één ding geleerd heb is dat de overige 90% ook heel wat op zijn of haar bordje krijgt. Bijna alles verandert en komt op losse schroeven te staan. Zo betekent de overgang naar de universiteit bijvoorbeeld vaak dat familierelaties gaan verschuiven. Studenten worden door hun ouders soms opeens als ‘volwassen’ gezien en dat gaat vaak samen met een heleboel nieuwe verantwoordelijkheden. Het komt zelfs regelmatig voor dat ouders in september een scheiding aankondigen. Waarschijnlijk hebben ze gewacht tot het moment waarop hun kind op eigen benen staat, maar als er een moment is waarop stabiliteit aan het thuisfront belangrijk is, is dat wel bij de overgang naar de universiteit.
Niet alleen het oude ‘thuis’ verandert, studenten bouwen ook een nieuw ‘thuis’ op. Ze moeten wennen aan een nieuwe stad, een nieuw huis, nieuwe vrienden en, niet onbelangrijk, nieuwe flirts. Traditioneel begint bij ons de lente aan het begin van het tweede blok. De eerste spanning is er af, de eerste feesten zijn geweest en opeens krijg je als docent een stuk minder aandacht en zijn ze vooral met elkaar bezig.
Een interessante vraag is in hoeverre je als docent rekening moet houden met al deze zaken. Je zou kunnen zeggen dat ze relevant zijn omdat ze de studievoortgang in de weg kunnen staan. Maar wat moet je er vervolgens mee? Als een student niet naar het tentamen komt omdat haar vriendje in haar geboortedorp het heeft uitgemaakt, ‘kan’ of ‘wil’ ze dan niet? Ik mopper soms dat studenten wel wat meer zelfreflectie zouden kunnen gebruiken, maar misschien gaat al hun zelfreflectie wel in al die veranderingen zitten?
Docenten kunnen op al deze afleiding anticiperen en de overgang makkelijk maken door studenten in detail voor te schrijven wat ze moeten doen, maar dat lijkt me eigenlijk niet verstandig. Door de middelbare schoolsituatie voort te zetten maak je het inderdaad makkelijker maar leer je ze niet hun (studie)leven in eigen hand te nemen. Misschien is het niet de taak van de docent om zulke levenslessen te geven, maar mooi meegenomen is het wel.
Anne Roeters is universitair docent bij Sociologie, tevens was zij in 2011-2012 één van de UU Jong Docententalent genomineerden.
8 April 2014
If you want to comment, please login on the left side of the page with your UU account..