Blogs
Alumni gebruiken vooral academische vaardigheden
Het is al weer bijna vier jaar geleden dat ik mijn opleiding Aardwetenschappen in Utrecht heb afgerond. Ik ben daarna doorgegaan met een promotieonderzoek in datzelfde vakgebied. Mijn opleiding sluit goed aan bij mijn onderzoek bij dezelfde vakgroep. Maar voor veel van mijn jaargenoten die niet op de universiteit zijn gebleven was de overgang naar bijvoorbeeld het bedrijfsleven wat minder soepel. Ik vind het erg belangrijk dat je als student ook echt iets hebt aan je opleiding. Ik heb daarom diverse afgestudeerden gevraagd wat ze aan hun opleiding hebben gehad en heb kritiek en positieve ervaringen op een rij gezet. Hopelijk zet het aan het denken over de essentie van een universitaire opleiding en draagt het bij aan de discussie over verbeteringen aan het onderwijs.
Beroepsopleiding voor wetenschappers
Bijna en net afgestudeerden die niet verdergaan in de wetenschap klagen vaak dat een Master heel erg voorsorteert op wetenschappelijk onderzoek. Bij veel opleidingen moet je (op papier) driekwart jaar aan je scriptie werken en dat vraagt heel veel van je doorzettingsvermogen als je al de keuze hebt gemaakt voor een carrière buiten de wetenschap. Voor mij en anderen die wél verder zijn gegaan met wetenschappelijk onderzoek stond deze voorbereiding garant voor een vliegende start van het promotieonderzoek. Maar zij die in het bedrijfsleven terecht zijn gekomen klagen dat ze bijna alle relevante kennis voor hun dagelijkse werkzaamheden nog moeten bijleren.
Deze kritiek is volgens mij van alle tijden. Er is altijd al een spanningsveld geweest tussen de kennis en vaardigheden die je moet hebben als wetenschappelijk onderzoeker en waar je wat aan hebt in het bedrijfsleven. Een tegenargument is dat een universitaire opleiding voorsorteert op wetenschappelijk onderzoek en dat je anders maar had moeten kiezen voor een beroepsopleiding. Maar daar ben ik het absoluut niet mee eens. Dat zou betekenen dat een universitaire opleiding ook een beroepsopleiding is, maar dan voor wetenschappers. Dat is toch een beetje raar aangezien maar een heel klein deel van de studenten uiteindelijk wetenschapper wordt. Op heel veel plekken in onze maatschappij is behoefte aan academisch geschoolden. En ook voor hen moet een universitaire opleiding een zinnige voorbereiding op een carrière zijn.
Broedplaats voor kritische denkers
De meeste kritiek hoor ik vooral van recent afgestudeerden. Een veel positiever geluid hoor ik van leeftijdsgenoten die nu drie à vier jaar geleden zijn afgestudeerd. Waar iemand het eerst als lastig ervoer om op de werkvloer nog een groot deel van de relevante kennis te moeten bijspijkeren, zien veel alumni zich als een flexibele werknemer die in staat is snel stof tot zich te nemen en kritisch zijn bij het opstellen van rapportages. Werknemers met een relevante beroepsopleiding kunnen meestal direct aan de slag en weten precies hoe ze bepaalde metingen en analyses moeten uitvoeren. Maar het zijn de academici die in één oogopslag zien wat een meting betekent.
De essentie van deze ervaringen is dat de toegevoegde waarde van een academicus is dat hij snel kennis tot zich kan nemen en kritisch kan rapporteren. Dat sluit ook perfect aan bij mijn ideaalbeeld van een universitair alumnus. De vraag die elke docent zich zou moeten stellen is hoe het onderwijs kan bijdragen aan de vorming van de ideale academicus, ook als zij niet naar de universiteit zijn gegaan om later wetenschapper te worden. Veel vakken die ik heb gevolgd sluiten hier bij aan, maar het kan geen kwaad de kernpunten nog eens aan te stippen.
Vorming van een academicus
Tijdens mijn opleiding heb ik het één en ander moeten leren. Een groot deel daarvan is belangrijk geweest om me het vakgebied eigen te maken of te dienen als stof om in een werkstuk te verwerken. Maar ik heb ook vaak zeer specialistische kennisvragen moeten beantwoorden op een tentamen. Natuurlijk moet je je het vakgebied eigen zijn, maar ik heb heel wat feitjes in mijn hoofd waar amper iemand van mijn voormalig studiegenoten iets mee doet. Een beetje academicus had zichzelf deze kennis ook eigen kunnen maken op het moment dat het nodig is. Die tijd hadden we beter kunnen besteden aan extra schrijfopdrachten of een presentatie waarbij we zélf de informatie op hadden moeten zoeken.
Het bachelor-master systeem zou als voordeel moeten hebben dat je ook na je bachelor klaar bent om als academicus buiten de wetenschap aan de slag kan, zonder de specialisatie. Daar ben ik een grote voorstander van, maar dan moeten een groot deel van de academische vaardigheden wel in de bachelor al geleerd worden. In het huidige systeem leer je belangrijke vaardigheden pas tijdens het schrijven van je masterscriptie: informatie zoeken, kritisch denken, schrijven, etc., voor veel studenten is dat bij deze scriptie pas voor het eerst, want de bachelorscriptie stelt nou ook weer niet zoveel voor.
Kritische academici zijn zeer waardevol voor onze maatschappij. Universitair onderwijs is erop gericht studenten zodanig op te leiden, al is dit lastig te meten. Want kennis is eenvoudiger en met minder manuren te toetsen dan analytische denkprocessen. Maar een opleiding moet ook niet puur voorsorteren op het beroep van wetenschapper. Als een opleiding een brede inleiding is tot het vakgebied en uitgaat van universele academische vaardigheden, zijn we denk ik goed bezig.
Wouter Marra is AiO bij de faculteit Geowetenschappen
26 June 2014
Reacties
If you want to comment, please login on the left side of the page with your UU account..
Ik zou graag de discussie aangaan over het niveau van informatievaardigheden als onderdeel van academische vaardigheden. De bibliotheek neemt een deel van dat onderwijs voor haar rekening, ook bij geowetenschappen. Alle eerstejaars krijgen college en training (http://libguides.library.uu.nl/geo2-1118-4117) op dit gebied.
Wellicht is dat onvoldoende en moet er bij de bachelorscriptie wederom aandacht voor zijn. Studenten kunnen zich individueel bijspijkeren, bijvoorbeeld via onze LibGuides (http://libguides.library.uu.nl), maar toegegeven: daar krijgen zij in hun derde jaar geen gerichte feedback bij. Wij plannen dat in 2015 wel in dat systeem in te bouwen.
Verder is er voor geo-studenten altijd de mogelijkheid je op te geven voor een sessie waarin je wel individueel begeleid wordt bij efficiënt zoeken en gebruiken van informatie: http://libguides.library.uu.nl/thesis_geo
Overigens is de bibliotheek wel steeds bezig het onderwijs in deze vaardigheden te verbeteren en aan te passen aan het veranderende informatielandschap en veranderende eisen en publicatieculturen. Dat is een internationaal proces, waarbij deze weken bijvoorbeeld de nieuwe wereldwijd gebruikte ACRL-normen voor informatievaardigheid uit de VS komen overwaaien: http://acrl.ala.org/ilstandards/?page_id=133
Wij (de UB) gaan, o.a. via TAUU, zeker de discussie aan over wat meer en wat minder aandacht moet krijgen en wat daarbij de ideale vorm en inbedding is.