Wubbels, T. (Theo)

Matching: waarheen?

Studieresultaten in de eerste tien studieweken zijn in hoge mate bepalend voor het studiesucces in het eerste jaar. Daarom biedt de Universiteit Utrecht aankomende studenten een ‘matchingstraject’ aan. Scholieren doen hierin al een deel van de ervaring op uit het eerste blok voor ze zich inschrijven voor een opleiding. Deelname is een recht en een plicht: wie niet deelneemt wordt niet toegelaten. Drie jaar heb ik als Admissions Dean met Marieke de Bakker aan de realisering van matching mogen werken. Nu een ander de fakkel overneemt is het tijd voor een vooruitblik, een testament zo u wilt.

“Matching past in een breder kader van onderwijsverbetering. Alle opleidingen werken daar intensief aan, bijvoorbeeld door aandacht te schenken aan het tutoraat en activerende vormen van onderwijs.”

Beginnend in 2012 aan het matchingproject dachten we dit in twee jaar goed op de rails te kunnen hebben, maar de werkelijkheid bleek weerbarstiger. Bij opleidingen zonder loting of selectie wordt inmiddels standaard gematcht; er is tevredenheid daarover met name bij studenten en er zijn aanwijzingen voor positieve effecten op het studiesucces. Zo’n 72 procent van de studenten krijgt nu een positief bindend studieadvies. Bij de overige, de uitvallers, blijkt dat velen al twijfelden tijdens de matchingsactiviteit, maar toch zijn gaan studeren. Bij deze groep moet matching meer bereiken.

Ten eerste moet de inzet van de scholieren worden versterkt. Te veel nog zien ze matching als een vrijblijvende oriëntatie; ze besteden minder tijd en aandacht aan matching dan nodig. Vrijstelling voor een klein gedeelte van het eerste blok op basis van succesvolle resultaten bij de matching kan daarbij helpen. Maar ook moet de overheid het aantal opleidingen waarvoor een student mag matchen terugdringen.

Ten tweede moeten de studieactiviteiten in het kader van matching realistischer en dat betekent ook uitgebreider. Naast deelnemen aan colleges of werkgroepen moet er een goede aansturing van de zelfstudie zijn en realistische opdrachten en toetsen. Dat is nodig om feedback te kunnen geven op de manier waarop studenten gestudeerd hebben. Blended learning om het voorbereidend werk aan te sturen kan helpen om de zelfstudie beter te laten afstemmen op de activiteiten op de universiteit.

“Matching wil ook wederzijds commitment tussen student en opleiding stimuleren door aankomende studenten zich vroeg aan de opleiding te laten binden.”

Ten derde moeten de nabesprekingen van matching effectiever worden. De gesprekken met de scholieren (bijvoorbeeld aan de hand van een reflectieformulier) moeten hen beter laten reflecteren op hun ervaringen tijdens de matching. De docentvaardigheid om te laten reflecteren en de rolwisseling van docent naar begeleider moeten versterkt worden.

Tenslotte, om minder spanning tussen eindexamens en matchingsactiviteiten te creëren zou eerdere matching beter zijn. Door een early bird-deadline kunnen we nog méér scholieren stimuleren zich veel eerder dan 1 mei aan te melden.

Wubbels, T. (Theo)