Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

Een nog beter Utrechts onderwijsmodel

Door Theo Wubbels1403 Theo Wubbels

De Utrechtse rendementen behoren tot de hoogste in Nederland. Daar kunnen we trots op zijn, want de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie – red.) is ook tevreden over het niveau van onze opleidingen en de hoge rendementen zijn dus niet het gevolg van te gemakkelijk diploma’s uitdelen. Kan het nog beter? Ja dat kan, bijvoorbeeld door matching nog serieuzer te nemen. Te veel is matching soms nog een reclamemiddel voor opleidingen die meer studenten willen trekken. In plaats daarvan moeten we scholieren realistisch voor de poort gespreid over een hele week laten studeren; dat geeft hen en ons een beter idee van de kans succesvol te studeren.

Andere mogelijkheden zijn het repareren van de twee grootste  tekortkomingen in het Utrechtse onderwijsmodel: de aanvullende toets en het programmeren van twee cursussen parallel. Beide leiden tot door ons georganiseerde concurrentie tussen studie-activiteiten die schadelijk zijn voor onderwijseffectiviteit. Studenten kunnen hun tijd maar een keer gebruiken en dat moet je zo goed mogelijk aansturen.

Door aanvullende toetsen over cursussen uit het vorige blok te programmeren tijdens het volgende blok zorgen wij ervoor dat studenten minder werken aan de cursussen van dat volgende blok. De tijd die aan het volgende blok besteed zou worden verkleint immers de kans om de aanvullende toets te halen en daarom wordt er dankzij de aanvullende toets minder voor het lopende blok gestudeerd en wordt daar dus minder van geleerd. Het voorgaande falen creëert zo ook de volgende mislukking. Nu is het sinds 2002 de bedoeling geweest deze concurrentie uit te schakelen door elke cursus geheel te laten afronden tijdens de tien weken waarin die cursus geprogrammeerd is inclusief de aanvullende toets. Om logistieke redenen is dat niet gelukt en daardoor is de aanvullende toets een slecht onderdeel van het Utrechtse onderwijsconcept. Als dit niet logistiek opgelost kan worden dan kunnen we de aanvullende toets beter in de zomervakantie programmeren of afschaffen en compensatie tussen cursussen invoeren.

Docenten stellen alles in het werk om studenten voor hun cursus goed te laten studeren en bij parallelle cursussen slaagt de ene docent daar meestal beter in dan de andere. Onderzoek laat zien dat studenten het meest leren wanneer ze maar een cursus tegelijk volgen. Wanneer we slechts één cursus tegelijk te programmeren voelt een docent of coördinator zich verantwoordelijk om studenten in alle beschikbare tijd effectief en goed gespreid aan het werk te krijgen. Een van de argumenten tegen zo’n programmering was in 2002 dat een cursus tegelijk voor studenten saai zou zijn. Dat onderschat de capaciteit van docenten om een cursus interessant en afwisselend te maken, in het uiterste geval door twee halve bestaande cursussen met elkaar te integreren. Dat kan als mooi neveneffect hebben dat van elkaar losstaande onderdelen in het curriculum beter met elkaar in samenhang worden gebracht. Ook werd wel gezegd dat studenten niet zelfstandig worden, wanneer ze niet aan de concurrentie-ervaring van twee cursussen worden blootgesteld. Larie: wanneer we willen bijdragen aan het zelfstandig worden van studenten moeten we dat expliciet in het curriculum inbouwen door gerichte leeractiviteiten die ertoe bijdragen dat studenten zelfstandigheid verwerven in plaats van ze te confronteren met ondoordachte hindernissen in de curriculumopbouw.

Wie weet, kunnen we 12 jaar na BaMa 1.0 een of meer van deze verbeteringen weer op de agenda zetten.

Op 5 maart jl. naam prof. dr. Theo Wubbels afscheid als vice-decaan en hoogleraar onderwijskunde van de faculteit Sociale Wetenschappen.


Wubbels, T. (Theo)
27 maart 2014

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.