Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Community

Bang dat ik vragen krijg die ik niet kan beantwoorden

Beginnend docenten kampen dikwijls met dezelfde vragen. Tijdens de cursus ‘Start to teach’ hoorden we onderstaande vraag van meerdere docenten:

‘Als ik mijn werkcollege voorbereid, behandel ik heel veel stof. Hoe goed ik me ook voorbereid, ik ben toch bang dat ik vragen krijg die ik niet zal kunnen beantwoorden.’

Ervaren docenten gaan jullie daarmee om?


Mathil Gelens
31 januari 2020

Reacties

  1. Vincent Crone
    Vincent Crone

    Als het goed is zitten er bij jou in de werkgroep misschien ook wel studenten die nóg slimmer zijn dan jij, of sommige delen van de stof nog uitvoeriger hebben bestudeerd dan jij. Dat is fantastisch. Het is een werkcollege, dus je bent met elkaar aan het werk. En het is jouw verantwoordelijkheid om het proces goed te laten verlopen. Als iemand meer weet dan jij, geef diegene alle ruimte om daarover te vertellen en die kennis in te zetten om met elkaar aan het werk te gaan.
    Met andere woorden: de docent is geen alwetende verteller, maar iemand die verantwoordelijkheid neem voor het proces in het college.

  2. Karin Rebel
    Karin Rebel

    In hoorcolleges krijg je ook wel eens hele originele vragen, waar je soms nog nooit over hebt nagedacht. Wat ik nooit doe, is ter plekke een antwoord gaan verzinnen. Ik zeg ‘Goede vraag, daar kom ik volgende keer op terug’ – en dat doe ik dan ook.
    Het is één van de mooie dingen aan onderwijs: het verruimt je blik. Vroeger vond ik het spannend en nu vind ik het fijn als mensen met onverwachte vragen komen, omdat ik er zelf van leer – en anderen met mij.

  3. Jet van der Zijden
    Jet van der Zijden

    Vrees niet: vragen die je niet kan beantwoorden maken je geen slechte docent. Sterker nog, het is een teken dat studenten actief met de stof bezig zijn en dat je werkcollege dus interessant is. Wat je in ieder geval niet moet doen is de vraag proberen te beantwoorden of nog erger, te ontwijken. Studenten kijken daar vaak dwars doorheen. Dan kun je inderdaad beter zeggen dat je er later op terug komt (niet te vaak natuurlijk).
    Die “moeilijke” vragen kan je overigens ook gebruiken. Niet alleen om jezelf scherp te houden en weer eens wat dingen op te zoeken, maar ook om de discussie op gang te brengen. Geef de vraag eens terug aan de groep, dat kan leuke dingen opleveren.

  4. Martijn Smit
    Martijn Smit

    Ik zet meestal ter plekke een discussie op – “interessant idee; hoe zou dat werken?”. Zo kunnen we ter plekke kijken waar de relaties met andere thema’s, cases of theorieën zitten, en leren we er allemaal iets van. Maar het kan ook zijn dat economie en geografie het daar makkelijk hebben; vaak gaan dit soort vragen over situaties (landen, tijdsgewrichten, sectoren) waar ik niet zoveel van weet, en niet over overkoepelende theorie.

  5. Smagt, M.J. van der (Maarten)
    Smagt, M.J. van der (Maarten)

    Ik word juist altijd heel blij als ik vragen niet kan beantwoorden (bijvoorbeeld bij hoorcolleges). Dat betekent namelijk niet (automatisch) dat ik dom of slecht voorbereid ben, maar dat mijn hoorcollege blijkbaar interessant genoeg is voor studenten om over de stof na te denken en verder te denken dan wat ze net gehoord/gezien hebben.

    Ik vraag de student dan altijd even mij te mailen of de vraag op discussionboard (blackboard) te zetten (zodat de vraag en antwoord voor elke student zichtbaar is). Niet zelden ontspint zich een (online) discussie waar ik zelf ook weer van leer. En dat laatste maakt de universiteit voor mij juist zo’n waardevolle werkplek.

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.

Gerelateerd