Logo Universiteit Utrecht

Docentencommunity TAUU

Blog

The Learning Brain – Lessons for Education

In juni vorig jaar startte voor mij het CEUT leergang avontuur. Naast de inspirerende en leerzame bijeenkomsten, geeft deze leergang mij ook de gelegenheid om eens wat meer te lezen over de achtergronden van de (universitaire) educatie. Een van de boeken die op de leeslijst van deze Leergang staat, is het boek dat ik hier wil bespreken: ‘The Learning Brain, Lessons for Education’.

Waarom dit boek? Omdat dit boek voor mij de combinatie is van mijn onderzoeks- en onderwijscarrière. Als promovendus deed ik onderzoek naar de mechanismen die ten grondslag liggen aan leren en geheugen. Ik bestudeerde synaptische plasticiteit in de hippocampus en deze synaptische plasticiteit ligt ten grondslag aan leren (de sterkte van een synaps verandert als gevolg van ervaringen en dit is hoe ervaringen worden opgeslagen in het brein). Ik herinner me nog een vraag van een van mijn opponenten tijdens de verdediging van mijn proefschrift: “Dus als die rat van u (deze rat had een verminderde synaptische plasticiteit) naar de winkel gaat, is deze halverwege vergeten wat hij ging kopen?” Mijn antwoord op die vraag luidde: “Ja”. Ik ben altijd bezig gebleven met de vraag ‘hoe het brein leert’, dus de titel van het boek sprak mij meteen aan.

Ik heb het boek inmiddels gelezen en ik heb twee meningen over het boek. Vanuit een educationeel standpunt is het een zeer interessant boek, met een grote hoeveelheid voorbeelden van verschillende vormen van leren (tijdens de ontwikkeling, woorden, getallen). De auteurs proberen voor elke vorm van leren een onderliggend mechanisme te geven en slagen hier wonderwel in. Dit doen de auteurs door verschillende verbindingen te leggen tussen educatie en neurowetenschappen (zowel humaan als proefdier onderzoek).
Vanuit een neurowetenschappelijk standpunt was het boek een beetje teleurstellend, omdat er nergens echte wetenschappelijke diepgang wordt bereikt. Maar misschien vindt een educatie-wetenschapper wel dat er op het gebied van educatie te weinig diepgang is.
De schrijfstijl van de auteurs is zeer duidelijk en beknopt. Het boek bevat vele, eenvoudige en duidelijke illustraties (afkomstig uit oorspronkelijke publicaties) die verhelderend zijn. De auteurs gebruiken ook veel voorbeelden uit de praktijk, en niet alleen van patiënten met hersenletsel maar ook ‘normale’ gevallen. Bijvoorbeeld: een studie waarbij de hersenen van gezonde proefpersonen werden gescand voor en na dat deze personen een ‘simpele’ jongleer truck (opgooien van drie ballen, 1 minuut per dag, drie maanden lang) hadden geleerd. Meteen na de drie maanden van oefenen waren twee gebieden (betrokken bij visuele beweging informatie) groter geworden. Maar weer drie maanden later (waarin de personen niet meer jongleerden) waren dezelfde gebieden weer kleiner geworden. Conclusie: als een tuinier die de tuin op orde houdt, heeft een docent een ‘never-ending job’.

Ik heb het boek met plezier gelezen, zeker de voorbeelden zijn interessant maar heb door dit boek geen nieuwe inzichten verkregen. Het is wel een imposante opsomming van allerlei vormen van leren, met de daarbij behorende neurowetenschappelijke theorieën.

Geert Ramakers is universitair docent bij het departement Translationele Neurowetenschappen, UMC Utrecht en coördinator van het masterprogramma Neuroscience  and Cognition.

 Sarah-Jane Blakemore & Uta Frith

Blackwell Publishing, 2005
ISBN: 978-1-4051-2401-0

 


Ramakers, G.M.J. (Geert)
1 december 2014

U moet ingelogd zijn om te reageren, gebruik het formulier aan de linkerkant om in te loggen met uw solis gegevens.